openSUSE Leap 42.3 Uitgavenotities openSUSE Leap is een vrij en op Linux gebaseerd besturingssysteem voor uw PC, laptop of server. U kunt op het web surfen, uw e-mailberichten en foto's beheren, kantoorwerk doen, video's of muziek afspelen en veel plezier hebben! Publicatiedatum: 2017-07-16 , : 42.3.20170714 1 Installatie 2 Systeemopwaardering 3 Algemeen 4 Meer informatie en terugkoppeling De uitgavenotities zijn voortdurend in ontwikkeling. Om de laatste wijzigingen te vinden, kijk naar de online versie op https://doc.opensuse.org/release-notes . De Engelse uitgavenotities worden bijgewerkt wanneer dat nodig is. Vertaalde versies kunnen tijdelijk niet compleet zijn. Als u opwaardeert van een oudere versie naar de Leap-uitgave van openSUSE, kijk dan naar de vorige uitgavenotities hier: http://nl.opensuse.org/ openSUSE:Release_Notes. Informatie over het project is beschikbaar op http://opensuse.org. Om bugs te rapporteren behorende bij deze uitgave, gebruikt u openSUSE Bugzilla. Voor meer informatie in het Engels, zie http://en.opensuse.org/ Submitting_Bug_Reports. 1 Installatie Deze sectie bevat installatie-gerelateerde notities. Voor gedetailleerde upgrade instructies, bekijkt u de documentatie op https://doc.opensuse.org/ documentation/leap/startup/html/book.opensuse.startup/part.basics.html. 1.1 Minimale systeeminstallatie Om er voor te zorgen dat sommige grote aanbevolen pakketten niet geïnstalleerd worden, gebruikt het patroon voor minimale installaties een ander patroon dat in conflict is met ongewenste pakketten. Dit patroon, patterns-openSUSE-minimal_base-conflicts kan verwijderd worden na installatie. Merk op dat de minimale installatie standaard geen firewall heeft. Als u er een nodig hebt, installeer dan SuSEfirewall2. 1.2 UEFI—Unified Extensible Firmware Interface Alvorens openSUSE te installeren op een systeem dat opstart met UEFI (Unified Extensible Firmware Interface), wordt u dringend aangeraden om te controleren op firmware-updates aanbevolen door de maker van de hardware en, indien beschikbaar, zo'n update te installeren. Een vooraf geïnstalleerde Windows 8 is een sterke aanwijzing dat uw systeem opstart met UEFI. Achtergrond: Sommige UEFI firmware heeft bugs die het laten breken als teveel gegevens naar het opslaggebied van UEFI wordt geschreven. Er zijn echter geen heldere gegevens over hoeveel "teveel" is. openSUSE minimaliseert het risico door niet meer weg te schrijven dan het noodzakelijke minimum nodig om het besturingssysteem op te starten. Het minimum betekent het aan de UEFI-firmware vertellen van de locatie van de openSUSE-bootloader. Bovenstroomse functies van de Linux-kernel, die het UEFI-opslaggebied gebruikt voor opslag van opstart- en crashinformatie (pstore), zijn standaard uitgeschakeld. Niettemin is het aanbevolen om elke firmware-update die de maker van de hardware aanbeveelt, uit te voeren. 1.3 UEFI-, GPT- en MS-DOS-partities Samen met de EFI/UEFI-specificaties is er een nieuwe manier van partities maken gekomen: GPT (GUID Partition Table). Dit nieuwe schema gebruikt globaal unieke identifiers (128-bit waarden getoond in 32 hexadecimale tekens) om apparaten en typen partities te identificeren. Bovendien staat de UEFI-specificatie ook verouderde MBR (MS-DOS)-partities toe. De Linux-bootloaders (ELILO of GRUB2) proberen automatisch een GUID voor deze ouderwetse partities aan te maken en schrijven ze naar de firmware. Zo'n GUID kan frequent wijzigen, wat opnieuw schrijven in de firmware veroorzaakt. Herschrijven bestaat uit twee verschillende bewerkingen: verwijderen van het oude item en aanmaken van een nieuw item dat de eerste vervangt. Moderne firmware heeft een garbage-collector die verwijderde items verzameld en het voor oude items gereserveerde geheugen vrijmaakt. Er ontstaat een probleem wanneer defecte firmware dit niet verzamelt en deze items niet vrijmaakt; dit kan eindigen met een systeem dat niet opgestart kan worden. Er omheen werken is eenvoudig: converteer de verouderde MBR-partitie naar GPT. 1.4 Wijzigingen voor gebruikers die het Nvidia stuurprogramma handmatig installeren Op openSUSE Leap 42.3 moet u het pakket drm-kmp-default eerst verwijderen voordat u handmatig Nvidia stuurprogramma's kan installeren met het shell scrip archief .run: zypper rm drm-kmp-default Als u de door Nvidia geleverde RPM's installeert,zult u niet te maken hebben met dit probleem, omdat in dat geval het pakket drm-kmp-default automatisch vervangen is tijdens de installatie van het stuurprogramma. Als u later besluit het stuurprogramma van Nvidia te verwijderen, zorg er dan voor het pakket drm-kmp-default opnieuw te installeren. Voor meer informatie, zie https://bugzilla.suse.com/show_bug.cgi?id=1044816. 2 Systeemopwaardering Dit gedeelte bevat aantekeningen in verband met upgraden van het systeem. Voor gedetailleerde upgrade instructies, bekijk het document op https:// doc.opensuse.org/documentation/leap/startup/html/book.opensuse.startup/ cha.update.osuse.html. 2.1 Opwaardering vanaf openSUSE Leap 42.2 2.1.1 Verwijderde en vervangen pakketten De volgende pakketten zijn verwijderd of vervangen vergeleken met openSUSE Leap 42.2: • ldapjdk: Fails to build on 42.3. • castor: Fails to build on 42.3. • fontinfo: Was nooit bedoeld om als een stabiel pakket uitgegeven te worden. • plasma5-mediacenter: vervallen verklaard door upstream na versie 5.7.3. • perl-Mojolicious-Plugin-Bootstrap3: door ontwikkelaars verouderd verklaart, de functionaliteit is vervangen door perl-Mojolicious-Plugin-AssetPack. • qtsharp: Fails to build on 42.3. • rubygem-mysql: vervangen door rubygem-mysql2. 2.1.2 Synaptics Touchpad Driver met KDE Plasma In openSUSE Leap 42.2 was het X11 synaptics stuurprogramma (pakket xf86-input-synaptics) niet standaard geïnstalleerd (zie de paragraaf “Het Synaptics X stuurprogramma kan de ervaring met het touchpad onder GNOME verminderen”). KDE Plasma biedt echter alleen beperkte opties voor configuratie voor de vervanging, libinput. Sinds openSUSE Leap 42.3 is het pakket xf86-input-synaptics) geïnstalleerd samen met het KDE Plasma bureaublad (aanbevolen door plasma5-workspace). 2.1.3 Wijzigingen in KDE indexering voor bureaubladzoeken In openSUSE Leap 42.3 indexeert het bureaubladzoeken standaard alleen bestandsnamen, niet de inhoud bam bestanden. Indexering van de inhoud van bestanden moet handmatig ingeschakeld worden, zelfs als het eerder was ingeschakeld, omdat de vorige standaard niet is opgeslagen in de configuratie. Om dat te doen, volg deze stappen: 1. Met het hoofdmenu of krunner, open Bureaubladconfiguratie. 2. Klik op Zoeken. 3. Activeer het keuzevakje Ook inhoud van bestanden indexeren. 4. Klik op Toepassen. 2.1.4 Shorewall is opgewaardeerd tot versie 5.1 In openSUSE Leap 42.3 is Shorewall opgewaardeerd tot de laatste stabiele 5.1 uitgave. Bij opwaardering zal shorewall en shorewall6 admin waarschuwen dat een opwaardering van configuratiebestanden vereist is. Documentatie is beschikbaar op http://shorewall.net/. Procedure 1 Shorewall opwaarderen 1. Met root-rechten in een console-sessie, voer uit: root #shorewall update -a /etc/shorewall 2. Pas uw configuratie aan naar de nieuwere syntaxis in gevallen waar het hulpmiddel dat niet voor u doet. Dit zou normaal alleen vereist zijn bij specifieke, erg complexe configuraties. 3. Verifieer en test de resulterende configuratie met: root #shorewall try /etc/shorewall Als alles werkt, start uw computer opnieuw of herstart de service met: root #systemctl restart shorewall.service Opmerking Opmerking: shorewall6 opwaarderen Het proces van opwaarderen voor shorewall6 komt overeen met het proces voor shorewall beschreven in Procedure 1, “Shorewall opwaarderen”. U moet echter alle keren shorewall vervangen door shorewall6. 2.2 Opwaardering vanaf openSUSE Leap 42.1 2.2.1 Verwijderde en vervangen pakketten De volgende pakketten zijn verwijderd of vervangen vergeleken met openSUSE Leap 42.1: • arista: vervangen door transmageddon. • cadabra: de broncode bouwt niet meer. De opvolger Cadabra 2 is nog niet stabiel. • dropbear: verwijderd omdat er geen relevante voordelen zijn boven openssh. • emerillon: vervangen door gnome-maps. • gnome-system-log: vervangen door gnome-logs. • hawk: vervangen door hawk2. • ksnapshot: vervangen door spectacle. • labplot: Labplot is vervangen door zijn Qt5 versie, genaamd labplot-kf5. Als u opwaardeert vanaf een openSUSE Leap 42.1 installatie waarop labplot is geïnstalleerd, dan krijgt u het labplot-kf5 automatisch. • nodejs: vervangen door nodejs4. • psi: vervangen door psi+. • python-moin: vervangen door moinmoin-wiki. Puur een hernoeming, geen versie opwaardering - een virtueel identieke inval-vervanging. • ungifsicle: vervangen door gifsicle. • xchat: vervangen door hexchat. 2.2.2 /var/cache op een eigen subvolume voor snapshots en rollback /var/cache bevat heel wat vluchtige gegevens, zoals de cache van zypper met RPM-pakketten in verschillende versies voor elke keer bijwerken. Als resultaat van opslag van gegevens die meestal overbodig en zeer vluchtig zijn kan de hoeveelheid schijfruimte die een snapshot bevat zeer snel toenemen. Om dit op te lossen wordt /var/cache naar een apart subvolume verplaatst. Op verse installaties van openSUSE Leap 42.3 wordt dit automatisch gedaan. Om een bestaand root-bestandssysteem te converteren, voert u de volgende stappen uit: 1. Zoek uit wat de apparaatnaam is van het root-bestandssysteem (bijvoorbeeld, /dev/sda2 of /dev/sda3): df / 2. Bepaal wat het ouder-subvolume is van alle andere subvolumes. Voor openSUSE 13.2 installaties is dit een subvolume genaamd @. Om te controleren of u een @ subvolume hebt, gebruik: btrfs subvolume list / | grep '@' Als de uitvoer van dit commando leeg is, dan hebt u geen subvolume genaamd @. In dat geval kunt u mogelijk verder gaan met subvolume ID 5 die was gebruikt in oudere versies van openSUSE. 3. Koppel nu het gevraagde subvolume aan. □ Als u een @ subvolume hebt, koppel dat subvolume aan naar een tijdelijk aankoppelpunt: mount /dev/ -o subvolid=5 /mnt □ Als u geen @ subvolume hebt, koppel subvolume ID 5 in plaats daarvan aan: mount /dev/ -o subvolid=5 /mnt 4. /mnt/var/cache kan al bestaan en zou dezelfde map kunnen zijn als /var/ cache. Om verlies van gegevens te voorkomen, verplaats het: mv /mnt/var/cache /mnt/var/cache.old 5. Maak een nieuw subvolume aan: btrfs subvol create /mnt/var/cache 6. Als er nu een map /var/cache.old is, verplaats het naar de nieuwe locatie: mv /var/cache.old/* /mnt/var/cache Als dat niet het geval is, die in plaats daarvan: mv /var/cache/* /mnt/var/cache/ 7. Verwijder eventueel /mnt/var/cache.old: rm -rf /mnt/var/cache.old 8. Koppel het subvolume af van het tijdelijke aankoppelpunt: umount /mnt 9. Voeg een regel toe aan /etc/fstab voor het nieuwe /var/cache subvolume. Gebruik een bestaand subvolume als een sjabloon om te kopiëren. Ga na dat de UUID niet is veranderd (dit is de UUID van het root-bestandssysteem) en wijzig de naam van het subvolume en zijn aankoppelpunt consistent met /var/ cache. 10. Koppel het nieuwe subvolume aan zoals gespecificeerd in /etc/fstab: mount /var/cache 2.2.3 GNOME sleutelring integreert niet meer met GPG De geïntegreerde GPG agent van GNOME sleutelring is verwijderd. Daarom kan GNOME sleutelring niet meer gebruikt worden om GPG sleutels te beheren. U kunt nog steeds GPG sleutels beheren op de opdrachtregel met het hulpmiddel gpg. 2.2.4 Het Synaptics X stuurprogramma kan de ervaring met het touchpad onder GNOME verminderen In openSUSE Leap 42.1 was het Synaptics X stuurprogramma (pakket xf86-input-synaptics) standaard geïnstalleerd, maar had een lagere prioriteit dan het libinput stuurprogramma (xf86-input-libinput). Met openSUSE Leap 42.3: • Het Synaptics X stuurprogramma is niet langer standaard geïnstalleerd. • Als het Synaptics X stuurprogramma is geïnstalleerd zal het de voorkeur hebben voor elk touchpadapparaat. • Het Synaptics X stuurprogramma wordt niet langer ondersteund door GNOME. Dit betekent dat wanneer het stuurprogramma is geïnstalleerd, Synaptics touchpads alleen geconfigureerd kunnen worden tot zover als een basis muis kan worden. Tenzij u een Synaptics touchpad gebruikt en u hebt een grote hoeveelheid aanpassingen voor het Synaptics stuurprogramma, verwijder het pakket van uw systeem: sudo zypper rm xf86-input-synaptics 2.2.5 AArch64: Paginagrootte op schijf is gewijzigd van openSUSE Leap 42.1 naar openSUSE Leap 42.3 In openSUSE Leap 42.1 was de standaard paginagrootte op AArch64 platforms 64 kB. Met openSUSE Leap 42.3 is de paginagrootte gewijzigd naar 4 kB. Dit maakt oude Swap en Btrfs bestandssystemen onbruikbaar. Als u op dit moment openSUSE Leap 42.1 op AArch64 gebruikt, overweeg dan een nieuwe installatie van openSUSE Leap 42.3 in plaats van opwaardering. 2.2.6 Systemen met CCISS controllers kunnen falen om op te starten na opwaarderen Het stuurprogramma voor Compaq/HP Smart Array (CCISS) controllers (cciss.ko) ondersteunt niet meer standaard bepaalde controllers. Dit kan er toe leiden dat de root-schijf niet wordt gedetecteerd door de openSUSE Leap 42.3 kernel. Op betrokken systemen kan het CCISS stuurprogramma geconfigureerd worden om terug te keren naar het eerdere gedrag en de controllers weer detecteren. Om dat te doen voegt u de kernelparameter cciss.cciss_allow_hpsa=0 toe. 3 Algemeen Deze sectie geeft een lijst met algemene problemen met openSUSE Leap 42.3 die niet in een andere categorie zijn onder te brengen. 3.1 KDE software voor beheer van persoonlijke informatie (KDE PIM) KDE PIM 4.x wordt niet langer ondersteund door KDE, maar is behouden in openSUSE Leap 42.2 samen met KDE PIM 5 om te vermijden dat de workflow van gebruikers wordt verstoord en om gemakkelijker te migreren. Met openSUSE Leap 42.3 is de stapel KDE PIM 4.x vervallen en is alleen de huidige door KDE ondersteunde stapel PIM 5 meegenomen. 3.2 Dolphin en Konqueror kunnen niet de uitgebreide rechten-bits instellen De versies van de KDE bestandsbeheerders Dolphin en Konqueror, die geleverd wordt met openSUSE Leap 42.3, kunnen niet de "uitgebreide rechten"-bits (GID, " Sticky") instellen. Bovendien zal het sluiten van de rechtendialoog van Dolphin, door te klikken op OK, de bestaande uitgebreide rechten bits wissen. Om deze problemen te vermijden kunt u beter rechten alleen met chmod (opdrachtregel) bewerken. 3.3 Geen schermvergrendeling bij gebruik van GNOME-shell maar geen GDM Wanneer GNOME-shell wordt gebruikt samen met een login-manager anders dan GDM, zoals SDDM of LightDM, zal het scherm niet leeg worden of vergrendelen. Ook is wisselen van gebruiker zonder afmelden niet mogelijk. Om het scherm van de GNOME-shell te vergrendelen, schakel GDM in als uw login-manager: 1. Ga na dat het pakket gdm is geïnstalleerd. 2. Open YaST en van daaruit, open /etc/sysconfig Manager. 3. Navigeer naar Desktop › Display manager › DISPLAYMANAGER. 4. In het tekstvak, voer in gdm. Om op te slaan, klik op OK. 5. Opnieuw opstarten. 3.4 Ondersteuning voor globaal menu in KDE Plasma Met KDE Plasma 5.9 heeft KDE ondersteuning voor het globale menu zoals bekend uit vroegere uitgaven van KDE bureaublad opnieuw geïntroduceerd. In openSUSE Leap 42.3 is de menubalkplasmoid van de toepassing ook weer beschikbaar. Opmerking Opmerking Toepassingen die de Qt toolkit niet gebruiken ondersteunen mogelijk niet het globale menu of gedragen zich niet juist. 4 Meer informatie en terugkoppeling • Lees de README-documenten op het installatiemedium. • Bekijk een gedetailleerde log met informatie over wijzigingen over een specifiek pakket uit de RPM: rpm --changelog -qp BESTANDSNAAM.rpm Vervang BESTANDSNAAM door de naam van de RPM. • Controleer het bestand ChangeLog op het topniveau van het installatiemedium voor een chronologische log van alle wijzigingen gemaakt aan de bijgewerkte pakketten. • Meer informatie in de map docu op het installatiemedium. • Voor meer of bijgewerkte documentatie, zie https://doc.opensuse.org/. • Voor het laatste nieuws van openSUSE over het product, zie https:// www.opensuse.org. Copyright © 2017 SUSE LLC Bedankt voor het gebruiken van openSUSE. Het team van openSUSE. © 2017 SUSE